Foto
Poeriem zou je wel het ‘vrolijkste’ feest van het jaar kunnen noemen. Het is een tijd om giften aan de armen te geven, cadeautjes uit te wisselen met familie en vrienden, zich te verkleden in allerlei ‘carnavaleske’ kostuums en zich in het algemeen te verheugen in de prachtige geschiedenis die staat opgeschreven in het boek Esther.

Poeriem herinnert aan de gebeurtenissen in het Perzisch-Medische Rijk. Daar, ongeveer tweehonderd jaar voor Christus, had een kwaadaardige man genaamd Haman het plan om de toen aanwezige Joden te vermoorden. Hij trok lootjes om de datum te bepalen – de veertiende van de Hebreeuwse maand Adar. Het woord Poeriem betekent ‘loten’ vandaar dat het feest ook wel ‘lotenfeest’ genoemd wordt.

Alle bijzonderheden hierover staan opgetekend in de Bijbel in het boek Esther. Het is een geschiedenis vol mysterie en intrige; Koningin Esther en haar oom Mordechai ontdekken Hamans plan bijtijds en verijdelen het waardoor de hele Joodse bevolking gered wordt.
Op de dag dat Haman en zijn samenzweerders van plan waren de Joodse inwoners uit Susan op te hangen, werden hij en zijn handlangers zelf opgehangen.

In de synagoge wordt op de avond van Poeriem en de volgende morgen het hele boek Esther gelezen. Iedereen (vooral de kinderen) wordt voorzien van iets wat lawaai maakt, of neemt dat zelf mee. Telkens als de naam Haman wordt genoemd, wordt die overstemd door het lawaai van de gemeenteleden.

Er worden lekkernijen aan elkaar gegeven en gegeten. Met name de Hamantaschen (in de vorm van de driehoekige hoed van Haman) of de Hamansoren (gefrituurd, daardoor opgekruld deeg dat een soort koekje is) zijn erg in trek.

Het hele feest heeft iets van een soort carnaval, maar de achterliggende geschiedenis en de gedachte daarachter, namelijk het voornemen de Joden uit te roeien, is natuurlijk zeer ernstig!